Daar lag ie. Mijn hobo. Glanzend, mooi en in afwachting. Ik deed de koffer weer open na een aantal maanden geen moment te hebben gevonden om te kunnen spelen. Rond mijn bevalling en de keizersnede vond ik het bovendien spannend om te ontdekken of mijn buikspieren het nog wel zouden doen om dit inspannende instrument aan te kunnen blazen.
Ik dacht terug aan de eerste keer dat ik de hobo mocht proberen. Wat vond ik het instrument mooi om te horen. Ik was tien jaar oud en had alleen nog maar blokfluit gespeeld. Spannend was het ook. Mijn vingers pasten ternauwernood op de kleppen van de blaasbuis. Toen blies ik, mijn lippen spanden zich om het riet, en na hard persen er kwam een ontzettend lelijk geluid. Het was de klank van moeite, inspanning en onkunde. Ik schrok ervan, maar o wat was ik blij dat het überhaupt gelukt was om ‘er geluid uit te krijgen’. Trots was ik. En dat zou ik blijven op dit prachtige instrument waar ik pas 4 jaar later een beetje normaal op zou kunnen spelen.
De hobo is juist het instrument van de passietijd. Het neemt je mee naar verre plekken en langvervlogen tijden. Nostalgische sonata-pathetique. In de echo van de kerken hoor je tijdens de paastijd bij uitstek het lijden en sterven van Jezus door de hobo heen. Het verdriet en ook…. de hoop. De hoop op wederopstanding en nieuw leven. Prachtig.
En nu kunnen we weer geen concerten geven deze Pasen. Corona waart nog altijd rond en verstoort de beleving der gelovigen. De hobo zwijgt. Maar toch mocht ik vorige week op een besloten uitvaart spelen en zo de verbinding weer voelen. De aanraking van troost en hoop. Dwars door de dood heen naar het leven dat komen gaat. Dat geloof ik en daar blijf ik op vertrouwen. Liefde overwint alles. Liefde is wat blijft staan als al het andere wegvalt.
Ik wens jullie mooie Paasdagen toe, in de hoop dat volgend jaar de hobo weer mag klinken te midden van jullie allen.
Rineke
Luistertip (met hobo :-)):